|
||||||||
|
In 2010 richtte de Australische mondharmonicaspeler Ambrose Kenny-Smith uit Melbourne, Victoria zijn alternatieve rockmuziek spelende vijfmansformatie ‘The Murlocs’ op. De recht-voor-de-raap-sound van deze band was eerst te horen op hun in 2012 uitgebrachte EP “The Murlocs” en werd sindsdien vereeuwigd op zes studioalbums waarvan “Loopholes” in 2014 de eerste was en het onlangs op de markt gekomen “Rapscallion” de zesde in het rijtje werd. De huidige bezetting van ‘The Murlocs’ bestaat uit leadzanger Ambrose Kenny-Smith, gitarist en synthesizerspeler Cal Shortal, bassist Cook Craig, pianist en synthesizerspeler Tim Karmouche en drummer Matt Blach. Kenny-Smith en Shortal zijn de songschrijvers van de groep en zij tekenden nu dus ook voor de twaalf nummers op “Rapscallion”, hun nieuwste album dat dit jaar in september volgde op de in de zomer van 2021 uitgebrachte plaat “Bittersweet Demons”. “Rapscallion” werd van april tot december 2020 volledig in de home studio’s van Ambrose Kenny-Smith en Cal Shortal opgenomen omwille van de toen net begonnen coronacrisis die een lockdown oplegde voor zowat de hele wereld. De luid gebrachte rocksongs volgen elkaar op deze plaat in sneltempo op en de snerpende gitaarklanken domineren zowat elk nummer zoals we hieronder proberen te staven met de video’s van de tracks “Virgin Criminal” en “Bellarine Ballerina” die ook de vrij ruige zangstijl van Ambrose Kenny-Smith demonstreren. De opeenvolging van liedjes op het conceptalbum “Rapscallion” wordt door de band zelf omschreven als een ‘coming-of-age roman’ in albumformaat met een arsenaal aan zwarte schapen, ‘losers’, tienervagabonden en maatschappelijk uitschot in de hoofdrollen. De eerste single uit deze plaat werd “Virgin Criminal”, een song die gaat over het adrenalinegevoel dat een jonge crimineel krijgt als hij zijn eerste misdaad begaat. Ambrose Kenny-Smith heeft ook toegegeven dat er heel wat autobiografische ervaringen uit zijn getroebleerde jeugd in deze songs terug te horen zijn. Dit zorgt voor enkele angstaanjagende belevenissen in songs als “Bobbing And Weaving”, “The Royal Vagabond” en “Wickr Man”. We worden ook stil over het verhaal van de aan een overdosis stervende junkie in “The Ballad Of Peggy Mae” en bij het slotnummer “Growing Pains”, telkens rocktracks die luid en zonder netjes afgevijlde hoekjes door ‘The Murlocs’ gespeeld worden. Enkel voor onze favoriete track zijnde de rockballad “Compos Mentis” en deels ook bij het bluesy nummer “Bowlegged Beautiful” gaat het tempo even naar beneden maar in de overige nummers overheersen toch voornamelijk de ruige punkrock- en garagerock-sound van deze Australische band. (valsam)
|